Geen aardgasaansluitingen meer bij nieuwe grote projecten
Om tegen 2050 zo weinig mogelijk fossiele brandstoffen te gebruiken om gebouwen te verwarmen, wordt vanaf 2025 een aardgasaansluiting algemeen verboden bij nieuwbouw. Voor nieuwe grote projecten is de uitstap uit fossiele brandstoffen gestart in 2021: een aardgasaansluiting is enkel nog toegestaan in heel specifieke gevallen.
Sinds 2021 mag een aardgasdistributiebeheerder geen aardgasaansluiting meer voorzien bij:
- nieuwe grote verkavelingen, appartementsgebouwen, of groepswoningbouwprojecten waarvan de omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen is aangevraagd vanaf 1 januari 2021,
- behalve als het aardgas gebruikt wordt
- als bijverwarming in combinatie met een hernieuwbaar energiesysteem dat de hoofdverwarming vormt
- of als het aardgas gebruikt wordt voor collectieve verwarming via warmtekrachtkoppeling.
Vanaf 2025 wordt een aardgasaansluiting algemeen verboden bij nieuwbouw, zowel voor woongebouwen als bij niet-residentiële gebouwen.
Nieuwe grote verkavelingen en nieuwe grote groepswoningbouwprojecten
Voor een groepswoningbouwproject moet u een omgevingsvergunning aanvragen, en geen verkavelingsvergunning.
Wanneer gaat het over een ”grote” verkaveling of groepswoningbouwproject? Dat hangt af van de datum van de verkavelings- of omgevingsvergunningsaanvraag.
-
Stap 1/12021
Als de omgevingsvergunning is aangevraagd in 2021, spreken we van ‘groot’, als:
- de aanvraag meerdere gebouwen omvat en de som van het aantal woningen en niet-residentiële gebouwen minstens gelijk is aan 25 en/of de te bebouwen grond een oppervlakte heeft van tenminste 1 hectare.
- Ook als een project van een verkavelaar of bouwheer aansluit op een ander project dat door dezelfde verkavelaar of bouwheer wordt ontwikkeld, en die projecten samen een oppervlakte hebben van meer dan 1 hectare of samen 25 of meer woningen en niet-residentiële gebouwen omvatten, spreken we van een ‘nieuwe grote verkaveling of groepswoningbouw’. Deze regel dient om te vermijden dat men een groot project opdeelt in kleinere projecten om het verbod te omzeilen.
De ontwikkeling van projecten van deze omvang gaat samen met het aanleggen van wegen. Omdat men op dat moment beslist om een netuitbreiding voor aardgas te voorzien of niet, is het verbod vanaf 2021 op die grootte afgestemd.
-
Stap 1/12022
Voor verkavelings- en vergunningsaanvragen vanaf 1 januari 2022 is er sprake van ‘grote’ verkavelingen en groepswoningbouwprojecten als het gaat over 15 of meer woningen en niet-residentiële gebouwen.
-
Stap 1/12023
Voor verkavelings- en vergunningsaanvragen vanaf 1 januari 2023 is er al sprake van ‘grote’ verkavelingen en groepswoningbouwprojecten als het gaat over 5 of meer woningen en niet-residentiële gebouwen.
Nieuw groot appartementsgebouw
Wanneer gaat het over een ”groot” appartmentsgebouw? Dat hangt af van de datum van de omgevingsvergunningsaanvraag.
-
Stap 1/12021
Als de omgevingsvergunning is aangevraagd in 2021, spreken we van ‘groot’ in de volgende gevallen.
- Een nieuw groot appartementsgebouw is in hoofdzaak een woongebouw dat 25 of meer gebouweenheden (wooneenheden en niet-residentiële eenheden) omvat. Per definitie is een ‘gebouweenheid’ de kleinste eenheid binnen een gebouw die voldoet aan alle volgende voorwaarden:
- is geschikt voor woon-, bedrijfsmatige, of recreatieve doeleinden of is een gemeenschappelijk deel
- én wordt ontsloten via een eigen afsluitbare toegang vanaf de openbare weg, een erf of een gedeelde circulatieruimte
- én is in functioneel opzicht zelfstandig.
- Ook als het project van een verkavelaar of bouwheer aansluit op een ander project dat door dezelfde verkavelaar of bouwheer wordt ontwikkeld en waarbij de projecten samen 25 of meer gebouweenheden bevatten, is een gasaansluiting niet meer toegelaten.
Bij appartementsgebouwen met die omvang wordt het immers rendabel geacht om over te schakelen op een collectieve opwekking met hernieuwbare energie.
- Een nieuw groot appartementsgebouw is in hoofdzaak een woongebouw dat 25 of meer gebouweenheden (wooneenheden en niet-residentiële eenheden) omvat. Per definitie is een ‘gebouweenheid’ de kleinste eenheid binnen een gebouw die voldoet aan alle volgende voorwaarden:
-
Stap 1/12022
Voor vergunningsaanvragen vanaf 1 januari 2022 is er sneller sprake van ‘grote’ appartementsgebouwen, namelijk als het gaat over 15 of meer gebouweenheden.
-
Stap 1/12023
Voor vergunningsaanvragen vanaf 1 januari 2023 spreken we van ‘grote’ appartementsgebouwen, vanaf 5 of meer gebouweenheden.
Wanneer is de combinatie met een aardgasaansluiting nog toegelaten?
Het is enkel nog mogelijk om een aardgasaansluiting te voorzien voor:
- collectieve warmtekrachtkoppeling en
- collectieve bijverwarming
Collectieve bijverwarming kan enkel als voor de hoofdverwarming 1 van de onderstaande hernieuwbare energiesystemen is toegepast:
- een elektrische warmtepomp die dient voor de collectieve verwarming van meerdere woningen, niet-residentiële gebouwen of gebouweenheden
- een aansluiting op een systeem van externe warmtelevering waarvan de warmte minstens voor 45% uit hernieuwbare energiebronnen wordt geproduceerd
- een biomassaketel, een biomassakachel of een gebouwgebonden kwalitatieve WKK op biomassa, die dienen voor de collectieve verwarming van meerdere woningen, niet-residentiële gebouwen of gebouweenheden.
De hoofdverwarming staat in voor minstens 85% van de bruto-energiebehoefte voor ruimteverwarming van elke woning, niet-residentieel gebouw of gebouweenheid binnen het project.